18-07-2010

Symbiose

Een tijdje terug heb ik gememoreerd aan het feit dat Japanners een beetje gek zijn. Gezellig gek welteverstaan. Ik moet daar nu op terug komen. De Jappen zijn een bijzonder vrolijk en beschaafd volkje.

Voorbeeld; stel dat je uit eten gaat. Normaal gesproken neem je dan een dankje, komt de ober naar je toe om een bestelling op te nemen, krijg je een bord met etenswaren en wanneer deze leeg is komt de over naar je toe om het op te halen en een eventueel nagerecht te verzorgen. Aan het einde van deze ceremonie begeef je je naar de keuken alwaar je de borden met een half vergane theedoek probeert op te drogen.

Hier gaat dat anders. Japanners zijn er als de dood voor mensen tot last te zijn. Er komt dus echt niemand naar je toe totdat je dat zelf expliciet laat merken. En na iedere maaltijd krijg je een klein bakje ijswater om je mond te zuiveren van enige luchtjes, zodat jij andere mensen niet tot last bent met een knoflookaroma. Dat soort details is hier gemeengoed, waar wij het moeten doen met drie TicTacs en een dubbele espresso.

Het tekent Japan; werkelijk alles gebeurd met de hersens, er is geen ruimte voor emotie. Zelfs het uitgaan gebeurt hier zonder enige emotie. Men begeeft zich naar een kroeg, alwaar hij zich neerzet met zijn metgezel om te praten over... weet ik veel; verloopstekkers. Enige vorm van losbandigheid ben ik nog niet tegen gekomen.

Geen enkele emotie lijkt toegestaan. Behalve lachen. Je zult op TV dan ook nergens een dramaserie tegenkomen. Alleen maar familieshows en de beruchte spelshows. Alles is bedoeld om de mens vrolijk te laten zijn. Zelfs het signaal voor het sluiten van de metrodeuren is overdreven vrolijk.


Er is echter één aspect van de Japanse cultuur/leefstijl waar ik maar moelijk vrolijk van kan worden; de automobielen. Pareltjes als de Toyota's Voxy, Sienta en Ractis kunnen toch maar moeilijk tot designhoogstandjes benoemd worden. Vormen worden driedubbel uitgedeukt, verhoudingen om zeep geholpen en de het gebruik van chroom overstijgt de smaak van de gemiddelde rapartiest. Zelfs de vuilniswagens hebben volledig verchroomde bumpers.




Het uiterlijk van de producten uit de Japanse autoindustrie is wanstaltig. Terwijl de constructie van deze autootjes serieus slim is. In een auto van nog geen vier meter kan ondergetekende (1,9m in lengte) met gestrekte stelten achter zichzelf zitten zonder enige concessies te moeten doen aan de bagageruimte. Maar deze hele constructies worden totaal teniet gedaan door het gebrek aan goede smaak van de ontwerpers. Deze vergeten gerust een versnellingsbak te monteren.


En de ontwerpers van dit hoogstandje dachten dat de consument graag een laag gesmolten caramel over het dashboard heeft.


Het ziet er werkelijk allemaal niet uit, terwijl je Japanners zeker in staat zijn tot adembenemende ontwerpen. Dat uit zich echter vooral in de aanwezige architectuur. Deze is zowel modern als expressief en ademt eigenlijk het tegenover gestelde als de Japanse cultuur zelf. Waar de gebouwen voornamelijk zijn opgetrokken uit staal en glas, lijken de inwoners van Tokyo zelf vooral met steen en papier te willen bouwen. Je merkt het aan de beleving binnen in het gebouw, men respecteert het, maar vind het eigenlijk niets.


Maakt mij geen ruk uit overigens, het ziet er gewoon verbluffend uit. Vooral 's nachts.


Toch merk je ook hier dat de Westerse cultuur ingeburgerd raakt, maar het moet gezegd; de Japanners pakken het beste van twee werelden. Ze pakken de goede elementen uit de Westerse cultuur (rechts lopen ipv. links; ondertiteling ipv. nasynchronisatie) maar behouden daarbij wel hun eigen vertrouwde tradities.

Oude, beleefde en rustige waarden in een modern en hectisch jasje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten